2025
De Geschillenkamer neemt haar laatste beslissingen onder de voormalige GBA-wet
De Geschillenkamer van de GBA neemt haar laatste beslissingen als collegiaal orgaan. Op 25 april 2025 neemt de GBA afscheid van de externe leden van de Geschillenkamer, als gevolg van een wijziging van de GBA-wet die per 1 juni 2024 in werking trad. Na 25 april neemt de directeur van de Geschillenkamer de beslissingen alleen.
De afgelopen dagen heeft de Geschillenkamer elf beslissingen ten gronde genomen, in zaken waarin eerder hoorzittingen hadden plaatsgevonden.
Enkele zeer significante beslissingen worden hier uitgelicht.
Twee zaken betreffen klachten tegen bpost over het fotograferen door een postbeambte van de identiteitskaart van de klager bij ontvangst van een aangetekende zending.
Hoewel de Geschillenkamer volstrekt overtuigd is van de noodzaak om effectief de identiteit te controleren van de ontvanger van een aangetekende zending, en daarvan bewijs bij te houden, oordeelt zij dat de verweerder een inbreuk maakt tegen de verplichting om verwerkte gegevens tot een minimum te beperken (cf. artikel 5.1.c) van de AVG over “minimale gegevensverwerking”), door een surplus aan persoonsgegevens van de klagers te verwerken die niet ter zake dienend zijn en evenmin beperkt zijn tot wat noodzakelijk is voor dit doel. De identiteitskaart bevat immers een veelheid aan gegevens, zoals de geboortedatum, de geboorteplaats, het geslacht, de nationaliteit, het nummer van de identiteitskaart en de geldigheidsduur; op de nieuwe e-ID staat eveneens het rijksregisternummer.
In een andere zaak heeft de Geschillenkamer een berisping en een waarschuwing uitgesproken tegen Google LLC, aangezien ten onrechte geen gevolg was gegeven aan een verzoek van een leerkracht tot verwijdering van links op Google Search. De zaak betrof een klacht tegen hem van een voormalige studente wegens seksuele intimidatie die niet was bewezen, en bijgevolg niet heeft geleid tot een veroordeling en die in 2009 geseponeerd werd.
De Geschillenkamer heeft, op verzoek van het Marktenhof, een nieuwe beslissing genomen naar aanleiding van een klacht over de doorgifte van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën aan de Amerikaanse belastingdienst (IRS) in uitvoering van de FATCA-overeenkomst. De Geschillenkamer concludeert dat de doorgifte van persoonsgegevens van “Belgische toeval-Amerikanen” aan de IRS onrechtmatig is, omdat deze niet voldoet aan de beginselen van doelbinding en minimale gegevensverwerking van de AVG, noch aan de regels inzake de doorgifte van persoonsgegevens aan “derde landen” (dat wil zeggen landen buiten de EU). De GBA gelast de FOD Financiën de doorgifte van gegevens aan de IRS binnen een jaar in overeenstemming te brengen met de regelgeving. De eerste FATCA-beslissing (nietig verklaard door het Marktenhof) is hier beschikbaar.
Andere beslissingen hebben betrekking op uiteenlopende zaken, zoals een leerlingenbevraging op een middelbare school, COVID-19-maatregelen, of het gebruik van persoonsgegevens door een gegevensmakelaar. In dat laatste geval werd een boete van 20.000 euro opgelegd.
Hielke Hijmans, voorzitter van de Geschillenkamer van de GBA: “De Geschillenkamer heeft tot op de laatste dag van haar bestaan als collegiaal orgaan gewerkt aan een effectieve handhaving van de AVG en andere wetgeving over gegevensbescherming, en daarmee bijgedragen aan de bescherming van de burger en het functioneren van de rechtsstaat. Ik dank onze externe leden Yves Poullet, Dirk Van der Kelen, Christophe Boeraeve, Frank De Smet, Romain Robert en Jelle Stassijns, voor hun grote kundigheid en inzet voor de Geschillenkamer van de GBA. Vanaf nu worden de beslissingen van de Geschillenkamer genomen door de directeur van de dienst alleen, gelukkig bijgestaan door een sterk team van medewerkers.”
Alle beslissingen van de Geschillenkamer zijn beschikbaar op de website van GBA via deze link.